Bij de kater wordt castratie met name gedaan om de kater onvruchtbaar te maken en om het sproeien tegen te gaan. Verder zal een gecastreerde kater minder ver en minder lang van huis gaan. Zoals bij de reu kan het enkele weken duren voordat de kater definitief onvruchtbaar is. Vanaf ongeveer zes maanden leeftijd kan een kater gecastreerd worden.
Ook bij de kater wordt de stofwisseling na de operatie langzamer: geef daarom minder voer om te voorkomen dat hij te dik wordt. Daarnaast is er bij gecastreerde katers en vooral bij te dikke katers een grotere kans op het ontstaan van blaasgruis. Dit geeft blaasontsteking en er kunnen blaassteentjes ontstaan, waardoor de kater zeer moeilijk of niet meer kan plassen. Hierdoor ontstaat een spoedeisende situatie, omdat de blaas voller en voller wordt (zelfs kan knappen) en de nieren geen afvalstoffen meer uit het lichaam kunnen afvoeren!
Om deze problemen te voorkomen is er speciale voeding ontwikkeld door Royal Canin, wat minder calorieƫn bevat en het ontstaan van blaasgruis voorkomt. Deze voeding is uitsluitend bij dierenartsen verkrijgbaar.
Bij sterilisatie worden beide eierstokken en, indien afwijkend, ook de baarmoeder verwijderd, om krolsheid en ongewenste dracht te voorkomen. Overigens is castratie de officiƫle term voor deze operatie, maar in de volksmond wordt meestal over sterilisatie gesproken. Al direct na de operatie is de poes onvruchtbaar. Naast het onvruchtbaar maken van de poes zijn er nog een aantal voordelen te noemen. Deze voordelen en de mogelijke nadelen zijn hieronder voor u op een rijtje gezet. Een poes kan gesteriliseerd worden vanaf een leeftijd van ongeveer vijf tot zes maanden.
- Toename van het lichaamsgewicht door een langzamere stofwisseling. Dit kan echter worden voorkomen door de poes na de sterilisatie minder voer te geven dan voorheen.
- Sterilisatie is onomkeerbaar. Hersteloperaties zoals bij de mens kunnen niet worden uitgevoerd omdat bij de poes de eierstokken worden weggehaald. Bij mensen blijven de eierstokken aanwezig en worden slechts de eileiders verbroken.
In tegenstelling tot bij de teef bestaat er bij de poes geen verhoogde kans op urine-incontinentie na sterilisatie. Ook de vachtveranderingen en verandering van karakter die bij de teef kunnen optreden worden niet gezien bij de poes.
De poezenpil als alternatief voor sterilisatie raden wij ten zeerste af! De poezenpil bevat hormonen die het risico op baarmoederontsteking, melkkliertumoren en suikerziekte erg vergroten (zelfs bij zeer kortdurend of eenmalig gebruik van de poezenpil), terwijl dit risico bij sterilisatie juist veel minder wordt. Sterilisatie heeft dus altijd de voorkeur.