Niet alleen wij, maar ook onze huisdieren worden steeds ouder. We zien steeds vaker katten die een leeftijd van 17 jaar bereiken. Een kleine hond wordt al gauw 15 jaar oud en de grote honden worden gemiddeld tussen de 8 en 10 jaar. Hoe ouder je huisdier wordt hoe groter de kans op het krijgen van gezondheidsproblemen.
Het is wetenschappelijk bewezen dat als we deze problemen in een vroeg stadium ontdekken en behandelen, we zowel de levensverwachting als de kwaliteit van leven van het huisdier sterk verhogen.
Gezondheidsproblemen zijn op het eerste oog vaak moeilijk te ontdekken. Kleine veranderingen in gedrag worden toegeschreven aan de oudere leeftijd, bijvoorbeeld het achter je aan sjokken tijdens wandelingen. Dit kan echter al een aanwijzing zijn van slijtage in de gewrichten of een niet meer goed werkend hart. Een ander voorbeeld is een stinkende adem. Dit kan wijzen op gebitsproblemen, die potentieel kunnen leiden tot orgaan problemen.
Een oudere hond heeft vaker gezondheidsklachten dan een jonge. Op de praktijk is het mogelijk om je senior hond regelmatig na te laten kijken. Er is dan extra aandacht voor het bewegingsapparaat, pijnlijke gewrichten, overgewicht, maar ook wordt je hond gecontroleerd op hart, gebit en ogen.