Skip to main content
Tandheelkunde - Paarden - Dierenartsenpraktijk de Meierij

EOTRH

EOTRH (Equine Odontoclastic Tooth Resorption and Hypercementosis) is een aandoening van de snijtanden (en eventueel de ruinentanden) bij het oudere paard. Het betreft een langzaam ontwikkelende aandoening waarbij sommige of alle snijtanden aangetast worden. De aandoening wordt gekenmerkt door een resorptie (oplossen) van de tand in combinatie met de vorming van abnormale hoeveelheden cement rondom de wortels. Er bestaat een vorm waarbij de tanden erg broos worden (met veel reactie van het tandvlees) en een vorm waarbij de wortels van de tand extreem dik worden (vaak met veel minder tandvleesreactie). Uiteraard komen ook alle mengvormen voor.

Symptomen

Paarden die lijden aan EOTRH worden gekenmerkt door 1 of meerdere van onderstaande symptomen:

  • Abnormale hoeveelheid tandsteen
  • Verdikkingen van de snijtanden ter hoogte van de wortels
  • Ontstoken en reactief tandvlees, mogelijk kleine fistelgangetjes (openingen)
  • Losse snijtanden

Wanneer EOTRH meerdere tanden heeft aangetast en/of in een verder gevorderd stadium beland, wordt het een erg pijnlijke aandoening. Vaak eten deze paarden moeizaam, vooral wortels afbijten gaat moeilijk, speekselen veel en stinken uit de mond.

Oorzaak

De exacte oorzaak van EOTRH is nog niet bekend. Het gaat om een auto-immune aandoening (het lichaam valt als het ware de eigen snijtanden aan) die meer (maar niet uitsluitend) voorkomt bij oudere paarden (+14j) en die ook vaker voorkomt bij bepaalde rassen. De IJslander lijkt bijzonder gevoelig voor deze ziekte.

Diagnose

Vaak zijn de klinische tekenen voldoende voor het stellen van de diagnose, eventueel kan een röntgenopname van de snijtanden meer duidelijkheid verschaffen over de omvang van de aandoening.

Behandeling & prognose

Helaas is er tot op heden geen medicamenteuze behandeling die het ziekteproces kan stoppen of genezen. Experimenteel lijken corticosteroïden het proces te kunnen vertragen. In de meeste gevallen dient dan ook overgegaan te worden tot extractie van de aangetaste snijtanden. Eens de slechte tanden getrokken zijn, kunnen deze paarden weer ‘normaal’ eten. Paarden zonder snijtanden kunnen verbazingwekkend goed eten en kunnen makkelijk gras met de tong en het gehemelte ‘afknippen’.

Paarden waarbij alle snijtanden verwijderd worden zullen vaak het puntje van hun tong uit de mond laten hangen. Dit hoeft echter voor de meeste paarden niet meer te betekenen dan een schoonheidsfoutje.

Wijze van handelen bij extractie

De snijtand extractie wordt bij het staande paard uitgevoerd. De paarden krijgen injectie dat ze wat rustiger zijn (roesje), ze gaan dus niet volledig onder narcose. Het paard is een uur na de behandeling weer helemaal wakker. Om ervoor te zorgen dat het paard zo min mogelijk ongemak heeft van de extractie wordt het paard uitvoerig lokaal verdoofd. Het paard zal hierdoor geen pijn meer voelen, alleen nog wat lichte druk. Het tandvlees rondom de te verwijderde tand(en) wordt voorzichtig los gemaakt, door lichte druk op de tanden uit te oefenen (voorwaarts en zijwaartse richtingen) komt de tand los en kan deze verwijderd worden. Soms wordt ervoor gekozen om te proberen het overgebleven tandvlees aan elkaar te hechten om zo het genezingsproces te bespoedigen maar dit is niet altijd mogelijk. Na de extractie(s) krijgt het paard nog een injectie met pijnstillers. Deze hoeft maar 1-malig gegeven te worden omdat het paard al snel na de extractie verlichting van de pijn zal ondervinden doordat de pijnlijke tanden verwijderd zijn. Het paard hoeft na de behandeling geen antibiotica te krijgen omdat de infectie (de aangetaste tand(en)) verwijderd is.