Sinds 1 juli 2008 geldt er nieuwe regelgeving voor het afgeven van wormmiddelen. Wormmiddelen mogen namelijk niet zomaar worden afgegeven. Er zijn twee goede argumenten voor deze regelgeving. Ten eerste vallen paarden in de groep van voedselproducerende dieren en mogen alleen op voorschrift van een dierenarts medicijnen worden toegediend aan deze dieren. Een ander belangrijk argument is de toename van ongevoeligheid voor wormmiddelen, oftewel resistentie. Dit probleem mag niet onderschat worden en wordt voornamelijk veroorzaakt door te veel en verkeerd ontwormen.
Om resistentie tegen te gaan en op een doelgerichte/correcte manier te ontwormen, adviseren wij om een mestonderzoek te laten doen. Je kunt een mestmonster nemen en deze laten onderzoeken bij onze praktijk. Op basis van de resultaten van dit onderzoek maken wij een advies op, waarbij wordt aangegeven of je wel of niet moet ontwormen en met welk middel. We houden bij het geven van het advies ook rekening met de manier van huisvesting van je paard(en).
Verzamel ongeveer een handvol verse mest van jouw paard dat moet worden onderzocht in het plastic zakje/rectaal handschoen en zorg ervoor dat het zakje goed afgesloten is. Plak de sticker met jouw gegevens en de naam van het paard op het zakje. Breng dit nog dezelfde dag naar onze dierenartsenpraktijk (het liefst ’s morgens). Geef bij het afgeven aan de balie even aan of je het alleen op wormeieren onderzocht wil hebben of ook op zand in de mest.
De uitslag van het onderzoek en het advies wordt binnen enkele dagen telefonisch met je doorgesproken.
Als aanvulling op het lichamelijk onderzoek van jouw paard kunnen we besluiten om bloedonderzoek te doen. Dit geeft ons een completer beeld van de gezondheid van jouw paard. Door het meten van de bloedwaarden kunnen wij onder andere het functioneren van verschillende organen (lever, nieren, spieren) en het immuunsysteem controleren. Aan de hand van de uitslagen zullen we een behandelplan opstellen. De meeste onderzoeken worden in het laboratorium van de praktijk uitgevoerd, hierdoor hebben wij een vrij snelle uitslag. Voor meer specifieke onderzoeken werken wij samen met externe laboratoria.
Naast mestonderzoek en bloedonderzoek biedt ons lab ook bacteriologisch onderzoek aan. Dit wordt soms van de baarmoeder gedaan, bij een merrie die moeilijk drachtig wordt.
Bij huidproblemen is het mogelijk om haren af te nemen en deze te onderzoeken op schimmels en ectoparasieten. Met behulp van de microscoop zoeken wij naar mijten, deze kunnen erge jeuk aan de benen veroorzaken. Bij een verdenking op een schimmel, wordt een schimmelkweek ingezet. Dit kan ongeveer een week duren.
Soms nemen wij een huidbiopt af, dit wordt vervolgens opgestuurd naar een extern lab of een patholoog.
Als we graag willen weten of een veulen de eerste 24 uur na de geboorte genoeg antistoffen binnen heeft gekregen via de biest (eerste melk na de geboorte) kunnen we het bloed van het veulen testen. Wij hebben op ons laboratorium een speciale test om deze antistoffen te testen.